TFCC letsel

Verzekerde zorg

Inleiding

 De pols is een gewricht van de onderarm en de handwortelbeentjes.

Soms is de verbinding tussen de botten van de onderarm, welke ook de “schokdemper” of “meniscus” van de pols bevat los of kapot (Het TFCC).

Wanneer dit los of kapot is hebben mensen klachten in het midden van de pols, mn bij draaien van de pols met kracht.

Vaak zien ze ook dat de ellepijp (ulna) bij de pols omhoog komt.

Wanneer mensen last hebben en blijkt dat hier de oorzaak ligt kan het TFCC worden hersteld, of opnieuw vastgezet worden.

 

 Voorbereiding

 Voor een operatie op de operatiekamer moet u altijd nuchter zijn. Voordat u geopereerd wordt heeft u een gesprek met de anesthesioloog. Deze arts is verantwoordelijk voor de verdoving of narcose en zal met u de gang van zaken bespreken.

Voor een operatie op de poliklinische behandelkamer (plaatselijke verdoving) hoeft u niet nuchter te zijn.

Geef voor de behandeling aan uw arts door welke medicijnen u gebruikt en welke operaties en ziektes u heeft doorgemaakt. Soms moeten medicijnen voor een operatie gestopt worden, bijvoorbeeld in het geval van bloedverdunners. Daarnaast verhoogt roken de kans op een ontsteking aanzienlijk. Stopt u 6 weken voor een operatie met roken dan is dit risico duidelijk kleiner.

 

De behandeling

De operatie duurt ongeveer 20-30 minuten en wordt onder lokale verdoving, een verdoving van de hele arm of algehele narcose verricht. Er wordt een strakke drukband om de arm gedaan, waardoor er tijdelijk geen bloed uit de wond kan komen. Hierdoor kan er veilig en secuur geopereerd worden.

Er wordt een snee bij de ellepijpszijde van de polsrug gemaakt.

Het TFCC wordt opgezocht en middels een ankertje vastgezet. Dit ankertje blijft ook in het lichaam zitten.

De stabiliteit wordt gecontroleerd en de wond wordt gehecht met oplosbare hechtingen.

Na de operatie wordt een bovenarmsgipsspalk aangelegd (van pols tot aan de oksel)

  

Na de behandeling

U moet uw arm de eerste weken goed hoog houdt. Hiermee voorkomt u dat de hand en de vingers dik worden. U moet ook meteen beginnen met het bewegen van uw vingers. Het vocht (oedeem) dat na de operatie in de hand zit, wordt daardoor sneller afgevoerd.

Na 1-2 weken komt u bij de handtherapeut, die verwijdert het gips en maakt een ondersteunende spalk en zal een oefenprogramma met u doornemen.

In het begin zijn de oefeningen erop gericht om buigen en strekken van pols en elleboog te behouden, later worden er oefeningen gedaan om de polsbeweeglijkheid en de  kracht in uw pols en vingers te vergroten.

In totaal zit u voor 6 weken in een gipsspalk

De gehele revalidatie neemt gemiddeld drie tot zes maanden in beslag, gerekend vanaf de operatie. Na vier maanden is de pols meestal weer zo hersteld dat u uw werkzaamheden kunt hervatten. Dit hangt uiteraard ook af van het werk dat u doet. De kracht en beweeglijkheid in de pols zullen gemiddeld weer 80-90% ten opzichte voordat u klachten had zijn

 

Mogelijke complicaties

 Na elke operatie bestaat er een risico op een nabloeding of infectie. Door nauwkeurig en steriel te werken is dit risico minimaal. Wanneer er na de operatie sprake is van toenemende pijnklachten, zwelling, roodheid van de wond of koorts moet u contact met ons opnemen.

Heeft u na deze informatie gelezen te hebben of na de operatie nog vragen dan kunt u contact met ons opnemen via:

ZBC Plastische Chirurgie Uden

Telefoonnummer: 0413-401974

Lees ook: operaties aan de hand.

Print pagina

Wij helpen u graag

  • De service van een privékliniek binnen een ziekenhuis 
  • Korte wachttijden voor de poli en behandelingen
  • Persoonlijke benadering met goede uitleg