Gynaecomastie is de medische term voor borstvorming bij mannen. Bij gynaecomastie is sprake van overtollige borstvorming. Vijftig procent van de mannen heeft hiermee te maken. Het zorgt voor schaamte en kan hierdoor invloed hebben op hun leven.
Gynaecomastie komt voor in twee soorten. De soort is afhankelijk van de leeftijd. De eerste groep bestaat uit jonge mannen die zich in de pubertijd bevinden. De gynaecomastie verdwijnt dan meestal spontaan en een behandeling is niet nodig. De andere groep bestaat uit mannen van middelbare leeftijd, waarbij de klachten niet verdwijnen. Opereren is hierbij een mogelijkheid.
De oorzaak van gynaecomastie is meestal onbekend. Er treedt vaak een verandering in de borstomvang op zonder duidelijke oorzaak. In sommige gevallen is er een oorzaak, zoals schildklierproblemen of problemen met de testikels, leverziekte, geneesmiddelen of drugs, zoals marihuana, digitalis of steroïden. Soms zal een internist hier eerst onderzoek naar moeten doen.
De behandeling
Met behulp van een operatie kan het overtollige weefsel worden verwijderd. De mogelijke behandelmethoden zijn liposculptuur (liposuctie), borstverkleining of het onderhuids verwijderen van klierweefsel gecombineerd met een liposculptuur. Deze laatste behandelmethode wordt het meest toegepast. Meestal wordt de operatie onder volledige narcose uitgevoerd.
Liposuctie
De minst belastende manier die wordt gebruikt is liposuctie. Via kleine sneetjes in de huid zuigt de plastisch chirurg vetweefsel weg. Dit is onvoldoende als de huid is uitgerekt of wanneer er stevig klierweefsel aanwezig is.
Borstverkleining
Wanneer er sprake is van een overschot aan huid, wordt vaak de techniek van een borstverkleining toegepast. Hierbij wordt de tepel verplaatst en het teveel aan vet- en klierweefsel weggesneden. De plastisch chirurg kan ook eerst het vetweefsel wegzuigen met liposuctie. Deze techniek gaat gepaard met meer littekens. Littekens bij een gynaecomastie-operatie zijn soms minder mooi. Littekens worden minder opvallend maar verdwijnen niet.
Klierweefsel verwijderen in combinatie met liposuctie
De meest voorkomende methode is een techniek die bestaat uit het onderhuids verwijderen van het klierweefsel gecombineerd met liposuctie, dus een combinatie van de voorgaande twee manieren.
Na de behandeling
Wanneer de correctie onder plaatselijke verdoving is uitgevoerd kunt u vrijwel direct na de ingreep naar huis. Na algehele narcose kunt u de dag van (of de dag na) de operatie naar huis. U moet zelf zorgen voor drukkleding. Dit is kleding die tegendruk geeft en zorgt voor een betere genezing. Op de polikliniek kunnen ze u adviseren.
Na de behandeling moet u rekening houden met de volgende zaken:
- Na de ingreep mag u niet zelf autorijden, zorg er dus voor dat iemand u komt halen.
- De pijn na de operatie verschilt per techniek en wisselt per persoon. Het is belangrijk om zo snel mogelijk in beweging te komen. Ga niet teveel op bed liggen.
Twee weken na de operatie komt u op controle bij de assistente.
Complicaties
Na elke operatie bestaat er een risico op een nabloeding of infectie. Door nauwkeurig en steriel te werken houden we het risico minimaal. Wanneer er na de operatie sprake is van toenemende pijnklachten, zwelling, roodheid van de wond of koorts moet u contact met ons opnemen. Bij enige twijfel adviseren wij u om langs te komen. Is er iets in de avond of weekenden dan kunt u altijd terecht op de spoedeisende hulp van ziekenhuis Bernhoven. Er is altijd een dienstdoende plastisch chirurg bereikbaar.
De littekens kunnen minder mooi genezen. De plastisch chirurgen zullen dit goed in de gaten houden en zo nodig behandelen. Na de ingreep kan er sprake zijn van een verschil tussen de borsten. Er kan klierweefsel achter blijven. Het gevoel in de tepel en omgeving wordt minder. Indien er sprake is van veel borstvorming zal de borst nooit helemaal vlak worden en er kan een huidplooi ontstaan.
Het duurt een jaar voordat het eindresultaat helemaal zichtbaar is. Hiervoor moet het weefsel herstellen.
Vergoeding
Een operatie voor gynaecomastie moet voor goedkeuring aangevraagd worden bij uw zorgverzekeraar. U heeft dan wel een verwijzing van uw huisarts nodig. De kans bestaat dat uw zorgverzekeraar de operatie niet of niet helemaal vergoedt. Informeer vooraf zelf bij uw zorgverzekeraar.
