De plastisch chirurg heeft bij u het syndroom van de Quervain geconstateerd. Bij het syndroom van de Quervain is er sprake van een peesschede-ontsteking van de korte strekpezen van de duim, ter hoogte van de spaakbeenzijde van de pols. Dit veroorzaakt pijnklachten van de duim, uitstralend naar pols en onderarm aan de kant van het spaakbeen. Vaak is de plek waar de pees de peesschede ingaat pijnlijk en verdikt. De oorzaak is meestal overbelasting, maar mensen kunnen ook aanleg hebben voor deze aandoening. Veel kracht zetten met de duim, bijvoorbeeld door tillen, knijpen of wringen, kan deze overbelasting veroorzaken.
Het syndroom van de Quervain kan verholpen worden met een injectie met ontstekingsremmers en/of een gipsspalk. Als dit geen of te weinig effect heeft, kan gekozen worden voor een operatie onder plaatselijke verdoving.
Zonder operatie
Probeer de bewegingen en activiteiten die de pijn veroorzaken te vermijden. Neem bijvoorbeeld vaker pauze bij herhaalde handelingen en werken achter de computer en probeer onderhands te tillen. De handtherapeut kan u houdings- en tiladviezen geven en ook bekijken hoe u bijvoorbeeld uw werkplek kunt aanpassen.
De arts zal u voor zes weken een spalk voorschrijven, die de geïrriteerde pezen rust geeft. Ontstekingsremmende middelen zoals ibuprofen en diclofenac helpen tegen de pijn en de zwelling van het geïrriteerde slijmvlies van de peesschede.
Als dit allemaal niet voldoende helpt, kan een injectie met depomedrol (dit is een ontstekingsremmer) worden gegeven. Dit medicijn wordt dan in of rond de peesschede gespoten. Bij een groot deel van de mensen wordt hiermee de klacht verholpen. Een injectie kan een aantal dagen pijnlijk zijn. de risico’s zijn beperkt al kan het middel soms lokaal een deukje veroorzaken of de huid veranderen. Werkt een injectie niet dan is een ingreep verstandig.
Voorbereiding voor een ingreep
Geef voor de behandeling aan uw arts door welke medicijnen u gebruikt en welke operaties en ziektes u heeft doorgemaakt. Soms moeten medicijnen voor een operatie gestopt worden, bijvoorbeeld bij bloedverdunners. De arts zal dit met u overleggen. Daarnaast kan roken de kans op een ontsteking aanzienlijk verhogen. Stopt u 6 weken voor een operatie met roken dan is dit risico duidelijk kleiner.
Voor een operatie onder plaatselijke verdoving hoeft u niet nuchter te zijn.
De behandeling
De ingreep duurt ongeveer 20 minuten en wordt onder plaatselijke verdoving uitgevoerd. Bij plaatselijke verdoving wordt het operatiegebied verdoofd via één of twee prikjes.
Via een sneetje aan de spaakbeenzijde van de pols wordt de ruimte rond de strekpezen vergroot. Hierdoor wordt de beknelling van de pees opgeheven en kan de ontsteking tot rust komen. Tot slot wordt de huid gehecht met een niet oplosbare hechting.
Let op: u mag tijdens de operatie geen sieraden aan aangedane hand of pols dragen!
Na de behandeling
Na de behandeling krijgt een drukkend verband voor drie dagen. Indien nodig krijgt u ook een mitella. U mag direct na de behandeling weer naar huis.
Na de behandeling van het syndroom van de Quervain moet u rekening houden met de volgende zaken:
- U mag met een verband geen voertuig besturen, dus neem iemand mee die u thuisbrengt.
- Het is verstandig om de hand s’nachts hoger te leggen op een kussen.
- U moet vanaf de dag van de ingreep goed bewegen met uw duim om te voorkomen dat de pees opnieuw vast gaat zitten.
Heeft u veel pijn na de operatie dan kan door zwelling het verband te strak zitten. Probeer het verband wat losser te maken als u veel last heeft. Normaal is paracetamol voldoende voor een goede pijnstilling.
Na drie dagen mag u zelf mitella en verband verwijderen. U kunt nu gewoon douchen. Op de wond kunt u een pleister plakken.
Na ongeveer twee weken worden de hechtingen verwijderd door de assistente.
Het kan geruime tijd duren voordat alle klachten van de operatie verdwenen zijn (krachtverlies, pijnklachten, doofheid van de achterkant van duim en wijsvinger, etc.). We adviseren u om de eerste zes weken geen zware arbeid of sport te verrichten waarbij u uw handen belast.
Complicaties
Na iedere operatie bestaat er een risico op een nabloeding of infectie. Door nauwkeurig en steriel te werken, wordt dit risico minimaal gehouden. Wanneer er na de operatie sprake is van toenemende pijnklachten, zwelling, roodheid van de wond of koorts, dan raden wij u aan contact op te nemen met de polikliniek. Bij enige twijfel adviseren wij u om te komen. Mocht er iets in de avonduren of in de weekenden voorvallen, dan kunt u altijd terecht op de spoedeisende hulp van ziekenhuis Bernhoven. Er is altijd een dienstdoende plastisch chirurg bereikbaar.
Andere complicaties kunnen zijn: Het niet (geheel) verdwijnen van de klachten, krachtverlies, littekenklachten, pijnklachten of beschadiging aan weefsels in het operatiegebied zoals de zenuw. Mocht het herstel onvoldoende gaan, dan wordt u verwezen naar een handtherapeut.
Lees ook: operaties aan de hand.
