De pols is een gewricht van de onderarm en de handwortelbeentjes.
Er zijn 8 handwortelbeentjes in 2 rijen, die onderling verbonden zijn door middel van gewrichtsbanden (ligamenten), die de gewrichten tussen de handwortelbeentjes verstevigen.
Door verschillende oorzaken (scheuren van de ligamenten, breuken) kan de onderlinge verhouding van de handwortelbeentjes veranderen. De botjes liggen dan niet meer mooi naast elkaar. Er kan dan slijtage in de pols ontstaan (ook wel artrose genoemd).
Ook door een verminderde doorbloeding van één van de botjes, kan de samenhang tussen de handwortelbeentjes worden verstoord en slijtage ontstaan. Dit heet dan M. Kienböck of M. Preissner.
Slijtage in de pols geeft pijnklachten, zwelling en een verminderde beweeglijkheid. Deze klachten kunnen u in uw dagelijks leven, bijvoorbeeld tijdens uw werk, beperken. Om de klachten te verhelpen kan gekozen worden voor een proximale rij carpectomie (PRC).
De behandeling
Onder regionale (arm) of algehele verdoving wordt de eerste rij handwortelbeentjes verwijderd. Dit gebeurt via een incisie over de handrug. Na de operatie wordt er een gipsspalk aangelegd.
Na de behandeling
U moet uw hand de eerste weken goed hoog houden. Hiermee voorkomt u dat de hand en vingers dik worden. U moet ook meteen beginnen met het bewegen van uw vingers. Het vocht (oedeem) dat na de operatie in de hand zit, wordt daardoor sneller afgevoerd.
Na een week komt u bij de handtherapeut, die maakt een ondersteunende spalk en zal een oefenprogramma met u doornemen.
In het begin zijn de oefeningen erop gericht om de pols opnieuw beweeglijk te maken, later worden er ook oefeningen gedaan om de kracht in uw pols en vingers te vergroten.
De gehele revalidatie neemt gemiddeld drie tot vier maanden in beslag, gerekend vanaf de operatie. Na drie maanden is de pols meestal weer zo hersteld dat u uw werkzaamheden kunt hervatten. Dit hangt uiteraard ook af van het werk dat u doet.
De kracht in de hand zal gemiddeld weer 70% ten opzichte van de andere pols zijn. De beweeglijkheid zal gemiddeld weer 50% ten opzichte van de andere kant worden.
Complicaties
Na iedere operatie bestaat er een risico op een nabloeding of infectie. Door nauwkeurig en steriel te werken, wordt dit risico minimaal gehouden. Wanneer er na de operatie sprake is van toenemende pijnklachten, zwelling, roodheid van de wond of koorts, dan raden wij u aan contact op te nemen met de polikliniek. Bij enige twijfel zullen wij u adviseren om te komen.
Mocht er iets in de avonduren of in de weekenden voorvallen, dan kunt u altijd contact opnemen met de spoedeisende hulp van ziekenhuis Bernhoven. Er is altijd een dienstdoende plastisch chirurg bereikbaar.
Andere complicaties kunnen zijn: het niet (geheel) verdwijnen van de klachten, littekenklachten, het opengaan van de wond of beschadiging aan weefsels in het operatiegebied zoals de zenuwen of bloedvaten.
